Kerstlichtjes

We genieten nog volop van de sinterklaastijd, maar nu het haakwerk van sinterklaas en zijn pieten klaar is, ben ik aan allerlei kerstwerkjes begonnen.
Zo haakte ik een hoesje voor twee potjes heen met een kaarsje erin. Op internet zijn verschillende beschrijvingen te vinden om zo'n leuk potje te maken. Maar ik wilde het nog net weer anders, dus heb mijn eigen versie gemaakt.
Ik heb garen met glitterjes gebruikt en haaknaald 3,5. Het potje heeft een middelmaat: zo één waar 360 ml in gaat.

Zo maak je het hoesje:

Begin met een ketting van 47 lossen. (of in ieder geval een meervoud van 6, plus 5)
Sluit de ketting met een halve vaste.
* toer 1: haak op elke losse een vaste.
* toer 2: Haak 3 lossen (= 1e stokje), [sla 2 steken over; in de volgende steek 2 stokjes, 1 losse, 2 stokjes; sla 2 steken over; in de volgende steek 1 stokje], herhaal [ - ] 7 keer; sla 2 steken over; in de volgende steek 2 stokjes, 1 losse, 2 stokjes; sla 2 steken over; 1 halve vaste op de bovenste van de 3 lossen van het begin van de toer.
* toer 3: haak 3 lossen (=1e stokje); [haak in de 1-losseboog van de vorige toer 2 stokjes, 1 losse, 2 stokjes; haak op het stokje van de vorige toer een reliëfstokje]; herhaal [ - ] 6 keer; haak in de 1-losseboog van de vorige toer 2 stokjes, 1 losse, 2 stokjes; sluit af met een halve vaste op de bovenste van de 3 lossen van het begin van de toer.
* toer 4 t/m 10: zelfde als toer 3
* toer 11: Zelfde als toer 3, maar vervang het relïefstokje voor een halve vaste. Hierdoor wordt het hoesje wat smaller en past hij mooi om de ronding bovenaan het potje.
* toer 12 en 13: zelfde als toer 3, maar vervang nu het relïefstokje door een rel*ïef-vaste. 
* Hecht af.

Voor wat meer kleur maakte ik een sneeuwvlok op het potje.

Het voorbeeld hiervoor zag ik op een foto op Pinterest. Er stond helaas geen patroon bij, dus ik heb de foto goed bekeken en de sneeuwvlok nagemaakt.
Het gaat als volgt:
* haak een ketting van 6 lossen, sluit tot een ring met een halve vaste.
* Haak 12 vasten in de ring
* Haak 3 lossen (= een stokje), een stokje, 3 lossen, 2 keer een stokje, 3 lossen, enz tot je rond bent. Sluit af met een halve vaste op de bovenste van de eerste 3 lossen.
* Haak 4 lossen, 1 halve vaste op het volgende stokje (er ontstaat nu een puntje), [in de lossenboog: 1 vaste - 1 half stokje - 1 stokje - 4 lossen - 1 stokje - 1 half stokje - 1 vaste. Tussen de volgende stokjes: 1 halve vaste - 4 lossen - 1 halve vaste] Herhaal [ - ] tot je rond bent.

Hetzelfde patroon voor het hoesje gebruikte ik om 4 kleine vierkante waxinelichthouders om te haken.